Ik geef toe dat ik de afgelopen nachten slecht geslapen heb. Maar daarin ben ik vast niet de enige. Want het waren voor het dorp en dus ook de voetbalclub weer heel verdrietige dagen. Het enige voordeel van een slechte nachtrust is dat je tijd hebt om dingen de revue te laten passeren.
Het is een kleine vijf jaar geleden dat ik het bestuur binnenstapte. Je weet van te voren niet waar je eigenlijk aan begint, dat moet je gaandeweg ervaren. Je hoopt op vele mooie momenten en sportieve hoogtepunten, weet dat er spanningen en conflictsituaties kunnen ontstaan en hoopt dat al te veel verdrietige momenten het bestuur en de club bespaard blijven. Maar dat laatste is helaas niet het geval geweest.
We hebben als VV Middelstum het nodige voor de kiezen gehad. Wanneer je afscheid moet nemen van ereleden met een voltooid leven dan kun je daar vrede mee hebben. Het wordt al lastiger wanneer dit na een soms langdurig ziekbed gebeurt en de betrokken mensen nog niet eens zo heel oud zijn. Maar de meeste impact ontstaat toch wel wanneer op het oog gezonde mensen maar zo uit de gemeenschap en je club worden weggevaagd. De namen van Meindert en Theo schieten u nu vast direct te binnen. En daar moet helaas sinds afgelopen weekend Fred Oldenhof aan toegevoegd worden. En dat doet ook weer ‘verrektese zeer!’
Ik heb Sportlink nog even nageplozen. Fred meldde zich eind jaren negentig aan bij onze VV. Na een voetbalverleden bij VV Bedum en De Fivel waar vader Henk lange tijd trainer was. Op twee verschillende manieren en hoedanigheden heb ik met hem samen mogen spelen. Even na de eeuwwisseling waren we ploeggenoten bij het tweede elftal waar Fred als keeper tussen de palen stond.
En daar stond wel wat. Met zijn ruige, vaak ongeschoren koppie boezemde hij de tegenstander angst in. Hij was snel bij het uitkomen en wierp zich vaak onverschrokken voor de bal. Bij sommige keepers kijk je angstig achterom wanneer ze keihard ‘los maar’ roepen, in de hoop dat ze niet misgrijpen en het balletje uit het net moeten vissen. Bij Fred was los ook inderdaad los, een zekerheidje dus.
Een aantal jaren later speelden we samen in het vierde. Toen was de keeper spits geworden. En wat voor een. Ik herinner mij zijn ziedend schot waardoor hij menig goaltje meepikte. In die tijd merkte ik ook dat Fred twee gezichten had. Daar zijn mooie Groningse woorden voor. In het veld was hij soms ‘gramniedig’ en vergreld’ en mopperde hij er lustig op los. Het tekende zijn fanatisme en winnaarsmentaliteit. Buiten de lijnen heb ik hem leren kennen als een relaxte kerel. Niet bekend om zijn dikke verhalen maar de humor zat hem vaak in kleine en korte zinnen, inclusief die mooie grijns. Zo probeerde hij het nog een tijdje als keeper bij het 45+ plus team. Na een half jaar jaartje meldde hij zich al weer af: ‘Te drok met ‘t waark en baide knain’n will’n ook nait meer.’
Toch kwamen we hem vaak tegen op het voetbalveld. Samen met Nathalie genoot hij van de voetbalkunsten van zoon Max die de voetbalgenen van hem en pa Henk meer in zich heeft dan hun jongste zoon Nick. De jeugd trok hem sowieso want hij is nog een paar jaar begeleider en jeugdleider geweest binnen onze jeugdafdeling. Ook het JO-19 team kon regelmatig een beroep op hem doen. De laatste keer dat we hem op het sportpark zagen was tijdens de slotactiviteiten van dit seizoen die door corona op bescheiden wijze gevierd werd. Die gezellige middag had het passend einde moeten zijn van dit wederom bewogen voetbalseizoen.
Helaas was daar zondag de trieste mededeling dat Fred ons maar zo ontvallen is. Weggerukt uit ons midden terwijl hij nog volop in het leven stond. Dat werpt wederom een grauwe sluier en deken over ons sportpark waar morgen vanuit de Hippolytushal afscheid van hem zal worden genomen. Wat een gemis. Ons rest niets anders dan verslagenheid en gepaste stilte. Wij wensen Nathalie, Max en Babette, Nick, (schoon)ouders en overige naaste familieleden plus eenieder die hem van nabij kende en dus moet missen enorm veel sterkte en kracht toe voor de komende zware tijd!